Fietsen door Szeklerland, een Hongaarse streek in Roemenië, laat je dubbel verbaasd opkijken: naar de houten ‘Szeklerpoorten’ aan élk huis in élk dorp. En naar de lieflijke Transsylvaanse heuvels waarop de dorpen verspreid liggen.
Székelyszenttamás is het eerste dorp: overal houten huisjes met dezelfde houten poorten, de ene al wat weelderiger dan de andere. De poorten zijn genoeg voor hooiwagens. Sommige zijn echte houtkunstwerken. Elk adellijk herenhuis had zo’n toegangspoort, maar in de loop van de 18e eeuw raakten ze onder de bredere bevolking verspreid.
Het landschapszicht op de groene heuvels en de houten dorpen daarop, met daar doorheen golvende wegen: het ‘Transsylvanië van de boekskes’ is een streling voor het oog én het fietsersbeen.
Als je op een Google-reliëfkaart naar Roemenië kijkt, zie je een halve maan of sikkel er doorheen. Dat zijn de Karpaten. In de bocht van de halve maan liggen de Heuvels van Transsylvanië. Eindeloos veel heuvels naast elkaar.
De wegen door dat heuvelland gaan vaak door de valleien, waardoor rechthoekige clusters van heuvels ontstaan. We blijven meestal aan de rand van die clusters, in de vallei dus.
Maar nu en dan trekken we een heuvelcluster over.
En de heuvels zijn een pak glooiender dan gisteren. We beginnen de rit met een paar klimmetjes, en dan een zware 4 km-lange beklimming langs prachtige groene flanken. Op de top krijgen we grind onder de wielen. Het levert ‘Strade Bianche-plaatjes’ op.
Op een tweede top iets verder staan Paul en Ria met de bevoorrading.
De afdaling slingert en zwaait naar beneden, recht op de imposante heuvelflanken af. Maar dan begint een grotendeels vlakke rit in de valleien. 50 km golvend glooiend dalen, op de hellende weg naast een stuwmeer na.
Ik ben zo gefocust op het klimmen dat ik geen aandacht heb voor het meer. Maar onder het water ligt een dorp en een uitgestrekte vallei. Het enige dat boven water bleef, is de naam van het dorp (Bezid Nou, het meer is ernaar genoemd) en de kerk (vaak het hoogste punt van het dorp). Hier een stuwmeer aanleggen, was een van de vele waanzinnige infrastructuurprojecten van het Ceausescu-tijdperk. Dam in rivier bouwen, dorp van de kaart vegen, klaar.
We houden in groep een goed tempo aan. Ik rijd vooraan, in het wiel van Pieter-Jan. Plots… BAM! Hard met het voorwiel op een scherpe steen die op de weg ligt. Platte band. Maar ik denk dat ik, met de hulp van Jef, nog nooit zo snel een platte band heb vervangen.
Na 75 km draaien we linksaf en rijden we de rest van de rit opnieuw zuidwaarts. Niet door de vallei, maar dwars door een heuvelcluster. Over de 142C, weer eens zo’n perfecte weg. Glooiende heuvels in alle tinten groen overal waar je kan zien, zonnebloemvelden, velden vol gele en blauwe bloemen, pittige hellingen.
In Zagar, een van de dorpjes langs de 142C, zijn de huisjes plots weer Saxonisch-Duits en niet meer Szekler-Hongaars. We hebben Szeklerland verlaten en rijden opnieuw District Sibiu binnen. Net waar dat district begint, ligt ingebed in de groene vallei een prachtig pension met restaurant.
Daar eten we. Het is zeker 35 graden. Het lijkt beter om te fietsen dan stil te zitten. Zeker omdat er nu een afdaling volgt. Maar dan gaan we weer klimmen richting Biertan, het mooiste Saxonische dorp met Wehrkirche. 13e eeuws, toen Transsylvanië bij het Koninkrijk Hongarije hoorde. Unesco-werelderfgoed uiteraard.
Tegen de 16e eeuw was Biertan een belangrijk handelsstadje met 5000 inwoners, de helft meer dan vandaag. Zoals ik al schreef (zie mijn verslag van gisteren): tussen 1945 en 1990 verlieten de Transsylvaanse Saxonen vrijwillig én gedwongen hun land.
300 jaar lang, tot 1872, was Biertan de zetel van de evangelisch-protestantse bisschop. Dat verklaart natuurlijk de herhaaldelijke militaire versterkingen door de eeuwen heen.
We zouden die Turken nog dankbaar zijn omdat hun expansiedrift aanleiding gaf tot deze ongelooflijke Transsylvaanse architectuur.
Hier overnachten we met zicht op de torens, daken en muren van de versterkte kerk, die meer weg heeft van een burcht.
Douche, terrasje onder de muren van de kerk, Vuelta kijken (Evenepoel!), kerk bezoeken.
Meer over de Wehrkirche van Biertan:
- Eerst beklim je een houten trappenhuis tot aan de binnenhof, binnen de muren. In tijden van belegering konden alle inwoners van Biertan schuilen binnen die muren. Rond de kerk staan maar liefst 3 muren, gebouwd over een periode van 3 eeuwen. Dat vind ik redelijk straf. Eeuwenlang was de dreiging van de oprukkende Ottomanen altijd aanwezig in Transsylvanië.
- In de kerk zelf staat nog katholieke pracht en praal, zoals het altaarstuk. Hoe kan dat, in een protestantse kerk? ‘De mensen die katholiek wilden blijven, mochten ook na de Reformatie in een bijgebouw hun erediensten verderzetten’, zegt de priester. Ook in Polen was er weinig geweld tijdens de Reformatie. Polen en Transsylvanië waren toen al heel divers en multicultureel. In tegenstelling tot West-Europa. Zou dat de tolerantie in Oost-Europa kunnen verklaren, een de barbaarse onverdraagzaamheid bij ons?
Plots loopt een vos de kerk binnen. We schrikken ervan. Beren, vossen,… Maar het beestje is erg tam. Hij heeft hier in het kerkdomein een hol en is duidelijk niet meer mensenschuw.Morgen de laatste etappe! Terug naar waar we een week geleden vertrokken. De zwaarste etappe van de voorbije 3 dagen.
-----