ADR-Favicon 512x512

ADR-Vlaanderen

Verenigt mensen met een hart voor Roemenië

Dag 1 – Sibiu Transalpina

In de dorpen in het achterland van de middeleeuwse stad Sibiu beloven de weergoden ons een stralende dag. Fietsen gemonteerd, 14 fietsers in fietskledij van ‘Actie Dorpen Roemenië’, klaar voor de eerste etappe van deze Roemeense Karpatenreis

Een deel van het inschrijfgeld gaat naar medische hulp aan afgelegen Roemeense bergdorpen. ADR steunt ook Roemeense organisaties die Oekraïense vluchtelingen bijstaan. Voor zo’n doel ga ik graag 7 dagen afzien in de Transsylvaanse Alpen.

Op de eerste dag staat meteen al de beklimming van de Transalpina op het programma. Dat is de hoogste geasfalteerde weg van Roemenië. Maar die top bereiken we morgen pas.
Na een paar kilometer krijgen we al de eerste beklimming voor de wielen. Naar Karpatennormen niet lang, maar noem dit gerust een ‘zware Ardennenklim’. Het voordeel: de benen zijn direct wakker. En de verhoudingen in de groep worden meteen duidelijk.

De route slingert door de dorpen, typisch Roemeense dorpen die tot het nationale erfgoed behoren.
‘Opvallend hoe ál deze dorpen hetzelfde zijn’, zegt mijn vader, die als ervaren klimmer op zijn 74ste nog eens zijn grenzen komt opzoeken in de Karpaten.
‘Individuele wensen zijn hier duidelijk van geen tel. Iedereen volgt de bouwstijl, de cultuur, de gemeenschap.’
Het ene dorpje na het andere: hoofdstraat met typische huisjes in pastelkleuren, karakteristieke poorten, en overal wel een kapelletje.

Dat was toen. De Roemenen vandaag drukken hun individualiteit wél uit, door weg te trekken uit de dorpen. Want ze lopen leeg.
Pijnlijk. De leegloop van het Roemeense platteland is een groot probleem voor dit land.

De golvende weg snijdt dwars door de dorpen. Het is zonde dat we de mooiste van deze dorpen niet even binnenrijden, al is het maar eentje. Ik kijk even binnen in de smalle straatjes, wat een architectuur.
Langs de kant van de weg groeten boeren met paard en kar het gele wielerpeloton uit Vlaanderen.
De straten van de dorpen geven uiteindelijk uit op een brede, uitgestrekte vallei. De bergen doemen op aan de horizon, statig. Velden, mais, een weg van perfect asfalt. De verleiding om te vlammen is groot, maar het is verstandiger de krachten te sparen.

Een beklimming van 5 km leidt ons uit de vallei langs de bergflank omhoog. Is dit dan al de beruchte Transalpina, vraag ik me af. Blijkbaar niet.
Paul en Ria (Roemenië-kenners van ADR die de routes uitstippelden) staan met de volgwagen te wachten bij een prachtig uitzicht over Transsylvanië onder en de Karpaten boven ons. Met bananen, Roemeense koekjes, en suikerwafels.

Van hieruit gaat de weg niet omhoog, integendeel. Er volgt zowaar nog een afdaling. En wat voor een!
‘Pas op, dat is hier een kwaaie afdaling, ik heb er een video van gezien op YouTube’, zegt Frans, een van de meer fanatieke renners van de groep, als afgetrainde zeventiger met elk jaar 30.000 km op de teller. Maar van dalen houdt hij niet.
Deze afdaling moet geen pretje zijn voor Frans. Steil, scherpe bochten, een laag losliggend nat grind van een stortbui, dikkere stenen hier en daar.
En het wordt een slagveld. Platte band voor Benny. Platte band voor Willy. En platte band voor… Frans. Beneden zit de rest van de groep te wachten in een bushokje. Hier begint eindelijk de beklimming van de Transalpina.
Ik begin ze met een wespensteek. Als ik mijn helm opzet: ai!

De eerste 10 km denk ik: is dit die beruchte beklimming? Niet boven de 2 á 4% en zelfs regelmatig een dalend stuk. Goed tempo in peloton. Het wegdek is nat, damp stijgt ervan omhoog. Een veeg voorteken.
‘Dat was best een plezante beklimming’, zegt mijn vader aan het restaurant aan een stuwmeer in de bergen, waar we pasta eten. We weten dan nog niet wat ons hogerop te wachten staat.
Gelukkig schijnt de zon. Tot de pasta binnengespeeld is en we op vertrekken staan. Daar beslissen de weergoden over de rest van onze dag.

Eerst wat druppels, dan echte regen, dan stortregen, en uiteindelijk stortvloed. Storm.
Sommigen staan onder een afdakje buiten, anderen in de volgwagen, nog anderen zitten alweer binnen met een koffietje.
Van de berg stort een waterval modderwater de weg op, en het restaurant binnen. De stormwind doet de plastic ramen wapperen en daveren. Lichte vorm van paniek: kunnen we nog wel verder? Het ziet er niet naar uit dat dit gaat stoppen.
De zondvloed duurt bijna een uur. We hebben nog 40 km te gaan. Een zware beklimming van 10 km, een licht dalende racebaan van 10 km langs een volgend stuwmeer, een loodzware beklimming van 10 km, en afdaling van 10 km.

‘We gaan toch vertrekken’, zegt Jef van ADR. Het regent nog. Hard.
‘Goed, laten we dan maar de Flandrien in ons bovenhalen!’, zeg ik.
Door brute weersomstandigheden rijden: als het echt moet, komt effectief die Flandrien in me boven. Tempo, duwen in de striemende regen, spetters overal.
Serge haalt me in. Serge reed onlangs de Conquête des Ardennes, een monsterlijke uitdaging van 450 km met een eindeloze resem Ardennenklims. Dan weet ik genoeg: dat wordt aanklampen. Even lukt het. Een paar km. Maar ik moet hem lossen, en na elke bocht zie ik hem kleiner en kleiner worden, tot ik hem helemaal niet meer zie.

Aan de eerste top, aan het stuwmeer, wacht ik op de rest. Maar ik zit al snel weer alleen.
‘Licht dalend’, dat betekent voor mij: racen! De regen is gestopt. En aan de voet van het volgende Transalpina-segment piepen zowaar zonnestralen door het wolkendek.

Aan de race komt abrupt een einde. Vanaf hier trekt de weg genadeloos naar omhoog met stijgingspercentages van 11%. Als dat kilometerslang duurt, dan wordt het moordend zwaar.Het uitzicht op de beboste bergflanken, de plukjes laaghangende wolken of mist ertussen, het natte wegdek dat oogverblindend wordt door de zon erop, en de bochtige weg die maar blijft stijgen en stijgen: heerlijk sereen.
De ademhaling is dat minder: het hart klopt in mijn keel, en de benen gaan om de haverklap recht in de trappers.
Het is nog 1500 meter, maar elke meter is er een teveel. Maar hij doet het!
De afdaling op een nat wegdek is niettemin genieten. De 100 meter pure grind op het einde zijn de heroïsche kers op de taart.
Iedereen bekaf, fietsen afspuiten, douchen, eten, slapen.

Morgen de tweede etappe en wéér een zware: op de rest van de Transalpina zullen we de hoogste geasfalteerde weg van Roemenië bereiken.

Pieter Stockmans

Pieter is politiek journalist. Sinds hij begon te fietsen, voelt hij de journalistieke vibe ook op de tweewieler kriebelen. Weerstaan aan de drang om zijn fietservaringen vast te leggen in woord en beeld is voor hem een onmogelijke opdracht.